Ga je er ook nog eens weer bij werken en heb je besloten te gaan kolven? Dan kan de extra spanning ook leiden tot een dip in je productie.

Een langdurige dip in je productie kan je menstruatie op gang brengen. De hormonale veranderingen voor en tijdens je menstruatie hebben vaak ook weer een negatieve invloed op je melkproductie. Als je wil voorkomen dat je doorslapende baby daardoor ’s nachts weer van de honger om een voeding komt vragen, kun je deze pagina raadplegen.

Je kan starten met het kolven van extra voeding, als je borstvoeding goed op gang is gekomen. Doorgaans is dat ongeveer vier weken na de geboorte van je baby. Kolven van extra voeding stimuleert je melkproductie. Je kunt beter niet meer dan een halve voeding extra kolven op een dag. Anders loop je namelijk het risico op het krijgen van een te hoge melkproductie. Dat heeft weer andere vervelende nadelen. Zo kan het zijn dat je baby de borst niet meer leegdrinkt, doordat er teveel melk in de borst zit. Ook kan je baby door de hoge melkproductie veel gaan spugen. Zie pagina 18 voor de nadelen van het niet leeg drinken van de borst. Heb je juist last van een overvloed aan melk, dan is het kolven van extra voeding niet nodig en kan het zelfs nadelig zijn!

De extra voeding kun je invriezen voor later gebruik, bijvoorbeeld wanneer je zelf gestopt bent met borstvoeding geven. In het begin kolf je ongetwijfeld niet meteen een halve voeding, dat komt met de weken. Wil je een flesje afgekolfde melk laat op de avond geven? Kolf dan op een dag zowel een voeding voor de avondfles, als een halve voeding voor de opslag.  

De meeste vrouwen kiezen voor een kolfmoment in de ochtend. Met name wanneer je baby op een gegeven moment de nacht grotendeels doorslaapt zijn je borsten in de ochtend het volst. Je kan je tweede borst kolven, nadat je baby van de eerste borst gedronken heeft. Ook als je baby beide borsten leegdrinkt, kun je de tweede borst nakolven. Op den duur produceer je daardoor meer op dit voedingsmoment, waardoor je altijd wat voeding overhoudt in de tweede borst. Ook kun je een kolfmoment kiezen tussen de eerste en tweede ochtendvoeding.

Het gaat erom dat je een kolfmoment kiest dat jou het beste uitkomt. Ben je eenmaal op gang, blijf het dan een tijdje volhouden. Kolf je de ene dag wel en de andere dag niet, dan is je melkproductie niet constant. Je krijgt dan last van stuwing van de melk, met eventueel een borstontsteking tot gevolg.

Helaas kleven er ook nadelen aan het kolven. Kolven kan namelijk een gedoe zijn. Naast de verzorging van je baby krijg je er overdag een tijdrovende bezigheid bij. Er gaat veel extra tijd zitten in het kolven, het afwassen van de spullen en het verwarmen van het flesje borstvoeding (mag niet in de magnetron). Een optie is daarom om niet aan het “kolfgedoetje” te beginnen. Je kan proberen de melkproductie op gang te houden door een voldoende aantal grote voedingen te geven gedurende de dag en de voedingen per etmaal zoveel mogelijk te spreiden.

Blijf bijvoorbeeld op zeven voedingen per etmaal, als je merkt dat de productie bij zes voedingen te laag wordt. Voor een goede spreiding van de voedingen kun je het beste een voeding laat in de avond blijven geven. Zo laat als mogelijk voor jou, en minimaal tot je baby zes maanden oud is geworden.

Het kan voorkomen dat je melkproductie toch op enig moment daalt, bijvoorbeeld omdat je baby een paar dagen minder eetlust heeft. Als je geen extra voeding kolft, kun jij je baby nu tijdelijk vaker aan de borst leggen om de productie te verhogen. Dat kun je doen door niet alleen na het slaapje, maar nu ook bij een aantal voedingen aan het begin van het volgende slaapje te voeden. Met het extra aanleggen van je baby kan je melkproductie na gemiddeld drie dagen weer op peil zijn. 

Kolfde je wel extra, dan komt dat nu goed van pas. Je kunt op het extra kolfmoment tijdelijk minder of helemaal niets kolven. Dan is er gedurende de dag meer melk beschikbaar voor je baby. De kans is dan klein dat je doorslapende baby om een voeding in de nacht komt vragen. Zeker als jij je baby tegelijkertijd ook vaker aanlegt.