De meeste baby’s die net gevoed zijn en voldoende gehad hebben, huilen niet na de voeding. Huilt jouw baby wel na de voeding, dan is de kans groot dat er niets ernstigs aan de hand is. Op deze pagina komen de veelvoorkomende onschuldige oorzaken van huilen tijdens en na de voeding aan bod.

Baby’s worden geboren met een zuigreflex om ervoor te zorgen dat ze voldoende voeding binnen krijgen. De aangeboren zuigbehoefte verschilt tussen baby’s. Ook bij voldoende voeding kan een deel van de baby’s na de voeding behoefte hebben om te zuigen en onrustig worden als daarvoor niets beschikbaar is. Een speen biedt dan troost. Na drie maanden wordt de zuigbehoefte langzaam minder. Je kunt de speen dan eventueel afbouwen.  

De gastrocolische reflex is het samentrekken van je maag en de darmen wanneer er eten in je maag terecht komt. Zowel baby’s als volwassen beschikken over deze reflex. Baby’s reageren er echter veel sterker op. Doordat de gastrocolische reflex een prikkel binnen het lichaam is, kan een prikkelgevoelige baby er tijdens of na de voeding van slag van raken.

Na drie á vier maanden schrikt een baby niet meer zo snel van de prikkels in zijn eigen lichaam1

Hele jonge baby’s happen vaak veel lucht mee tijdens het drinken. Dit gebeurd zowel bij borst- als bij flesvoeding. Heeft je baby daar last van, dan kun je het volgende proberen:

  • Je baby de tijd geven tijdens het voeden. Tijdens en na de voeding laten boeren.
  • Bij borstvoeding op de juiste manier aanleggen, waardoor je baby weinig lucht kan happen. Je kraamverzorgster of lactatiekundige kan je hierin adviseren.
  • Bij flesvoeding een niet te grote speenmaat nemen

Er zijn diverse filmpjes online beschikbaar met tips over hoe jij je baby kunt laten boeren en helpen lucht kwijt te raken. Hieronder een kleine selectie:

Vanaf zes á acht weken worden baby’s onder andere meer alert en zoeken ze meer contact. Door deze nieuwe ontwikkelingen kan het voorkomen dat je problemen ondervindt tijdens het voeden. 

Je baby kan snel afgeleid raken van het voeden, waardoor je baby onrustig en slordiger gaat drinken. Het kan helpen om in dat geval de prikkels in de omgeving te verminderen. Dat kun je bijvoorbeeld doen door met een sjaal om jullie beide heen te voeden. Ook kan het helpen om je tijdelijk tijdens het voeden in een donkere kamer terug te trekken met je baby.

Vanaf zes á acht weken laten baby’s van zich horen als ze de manier van voeden niet prettig vinden. Bij het geven van borstvoeding zijn er baby’s die gefrustreerd raken van een specifieke voedingshouding. Deze voedingshouding maakt dat ze weinig controle ervaren over wat ze doen. Je kan daarbij al gauw denken dat je baby huilt omdat je baby geen zin heeft in de borst of iets lichamelijks mankeert. Sommige moeders zien dan zelfs geen andere uitweg meer dan te stoppen met de borstvoeding.

Een houding waarbij je half liggend en half zittend voedt kan dan een uitkomst zijn. Je baby leunt daarbij iets voorover en is zelf aan zet. Hij moet zich naar de borst wenden zonder dat jij al teveel hoeft te sturen. Deze manier van voeden wordt instinctief voeden genoemd, omdat je baby gemakkelijk vanuit zijn aangeboren reflexen de borst kan vinden en aan kan happen. De houding vergt wel de nodige oefening van jou en je baby. Tegelijkertijd ontwikkelt je baby door de houding ongetwijfeld sneller sterke rug- en nekspieren.

Onder de naam ‘Biological nurtering’ kun je vele filmpjes online vinden. Klik hier voor één van de filmpjes. In dit filmpje zie je hoe het hoofdje van de baby iets op de arm van de moeder leunt voor meer stabiliteit van het hoofdje. 

  1. Carole Lasham, de Karp-methode, 2014. Ondertitel; De praktische manier om alle (huil) baby’s stil te krijgen.